Deze welbekende Adaptors Telephone No. 3 met als ZA Nr. 33728 is dus toch niet zo bekend. Op Internet is er niets, maar dan ook echt niets te vinden over dit hoogstandje van telefoon-techniek. Het lijkt me iets van net na de tweede wereldoorlog, maar daar kan ik me ook best mee vergissen. Wie het weet mag het zeggen. Intussen is de herkomst achterhaald met behulp van Louis Meulstee die me op een artikel in zijn Compendium 2 wees. De artikelen over de Direction Finding Stations Adcock no.1 t/m 3.
Het totale beeld van het kastje, het doet wel wat denken aan de accessoires van de WS-62, ook van dat dunne blik, maar dat is het niet.
Dit is zo'n peilstation met een klein trailertje en vier hoge antennemasten er omheen. Door middel van een Goniometer werden de signalen van de vier antennes naar de DF-ontvanger geleid. Door aan de goniometer te draaien kon vast gesteld worden uit welke richting het radiosignaal kwam. Een tweede station op afstand deed het zelfde en zo een kon een kruispeling verricht worden.
DFLink
Voor de communicatie tussen het DF-station en het DF-controlecentrum werd normaal gesproken een radioverbinding gebruikt. De zender bevond zich in een voertuig op ongeveer anderhalve kilometer van het DF-station. De ontvanger bevond zich in de DF-aanhanger van waaruit de zender op afstand kon worden bediend. Als alternatief zou de communicatie ook via een telefoon kunnen worden onderhouden en daar voor waren de adaptors Telephone nodig.
Adapter Telephon nr. 2 was een schakelkast die de AF-uitgang van de ontvangstset Rl06 DF No. 2 en de intercommunicatie-ontvanger of telefoonlijn naar de koptelefoon van de operator in de verplaatsbare Adcock No. I en 2 stations
In vroegere opstellingen werd de adaptor telephone no. 2 gebruikt met als DF-ontvanger de R-106.
Adapter Telefoonnr. 3 was functioneel vergelijkbaar, maar ontworpen voor aansluiting op ontvangstset R206 Mk.5 zoals gebruikt met DF Station Transportable Adcock No. 3. Het stond, net als bij de adaptertelefoon nr. 2, gelijktijdige ontvangst door de DF-operator van een signaal ontvangen op de DF-apparatuur en een signaal opgepikt door het op afstand besturende interceptiestation. Maar daarnaast maakte het een snelle vergelijking van de twee signalen mogelijk door middel van een gesplitste hoofdtelefoon.
De inrichting van de trailer met de ontvangers R-206 en R-209 (groen omlijnd) de adaptor no 3 was aan de wand gemonteerd ( rood omlijnd).
De R-206, met de zelfde afmetingen als de R-107, waarschijnlijk ook het zelfde gewicht.....
De R-209, dit is welliswaar een MK IIB maar de andere uitvoeringen MK I en MK II zien er bijna eender uit.
Op de bovenzijde van de kast de naam en het ZA. 33738 en het serienummer: 21.
Vooraanzicht van de adaptor.
De droogpatroon in het midden, met daaronder de functieschakelaar, LINE, LINE & RECR en RECR. Aan weerszijden de TELEPHONE- en de LINE-aansluitingen.
De vierpolige plug is voor de aansluiting van de hoofdtelefoon van de operator en de kabel rechtsboven is de aansluiting naar de DF-ontvanger R-206.
De binnen.zijde
De schakelaar uit de tijd dat posterijen met hun relaistechniek, ook de schakelaars ontwierpen.
Het schema, de beide vraagtekens zijn weg en het juiste schema staat hier boven afgebeeld.
Onder het door Louis Meulstee geleverde schema.
