Het is niet helemaal een apparaat dat in mijn verzameling past, maar aangezien het een Philips product is en ik ook al een soortgelijk toestel van de Zwitserse firma Hasler Bern heb, mag hij toch meedoen. De Philips semafoon type "Escort".
Het woord "Escort"wordt tegenwoordig vaak voor een heel andere service gebruikt, maar laten we het maar op deze Escort-service van Philips houden.
Het toestel is de opvolger van de Hasler "Autoruf-Empfänger"die in 1955 als paging-ontvanger ingezet werd.. Meer hier over HIER.
Het Hasler toestel was nog met radiobuizen uitgerust
.
Door op de afbeeldingen te klikken verkrijgt U een vergroting in een apart venster.
Op bovenstaande foto de Hasler Autoruf-ontvanger. Deze was speciaal voor de Nederlandse PTT aangepast. Vanwege hun gewicht en batterijverbruik konden de ontvangers alleen worden gevoed met een voertuigaccu. In totaal werden zeventien ontvangers in voertuigen van potentiële klanten geplaatst, zoals huisartsen, een dierenarts, een ambulance, openbaar vervoer, een pechhulpvoertuig, een televisiedienstwagen en een aantal PTT-busjes en -voertuigen.
De Hasler-pagingontvangers waren superheterodynes die werkten op 85,9 MHz. De amplitudegemoduleerde zender, die deel uitmaakte van het complete systeem van Hasler, bevond zich in het laboratorium van de PTT bij Den Haag. Verzoeken om oproepen of spoedoproepen werden gedaan via een telefoniste. Een oproep bestond uit drie verschillende tonen die achter elkaar werden verzonden en drie keer werden herhaald. Na uitgebreide proeven werd het duidelijk dat een landelijke pagingdienst niet alleen de mobiele radiotelefoniedienst zou moeten omvatten, maar als een onafhankelijke dienst zou moeten worden opgezet. Er werd verwacht dat er in de toekomst vraag zou zijn naar handzame of draagbare pagingontvangers.
Dus, "Philips Telecommunications Industries", PTI, werd eind jaren 50 uitgedaagd een dergelijk systeem te ontwikkelen en aangezien er in die jaren ook al bruikbare halfgeleiders beschikbaar waren werd een getransistoriseerde uitvoering bedacht. Hiervan verscheen het eerste prototype in 1959 in een systeem, genaamd "Simifoon", opgeleverd in Oost Flevoland. Deze ontvangers vormden de basis van de op deze pagina te bespreken Escort Semafoon. ( De naam Simifoon was tussentijds ook gewijzigd in Semafoon).
De volledige productie van het apparaat begon in 1963. De ESCORT Semafoon deed 26 jaar dienst tot het begin van de jaren 80 omdat veel klanten een vaste installatie aan boord van een schip of in een voertuig hadden en daarom erg terughoudend waren met het verwisselen van hun ontvangers .
Voor een uitgebreidere geschiedenis van dit semafoon-gebeuren zie de website van Louis Meulstee, Semafoon.
De Escort, duidelijk bedoeld voor NL en met het indrukwekkende nummer 07122. Het Philips- en PTT-logo staan op het toestel.
Links boven de aan/uitschakelaar met misschien ook nog een volume-regeling van de pieper? Rechts boven de telescoop-antenne. Onder de drie indicatielampjes waarmee 7 verschillende codes weergegeven konden worden. Waar de andere knoppen en lampjes voor dienen weet ik nog niet, dat komt vast nog wel....
Zijaanzicht met een gedeeltelijk uitgeschoven antenne. Het huis is van een niet al te dik blik. Het front is van kunststof dat door de UV-inwerking wat verkleurd is.
De vijf contacten die, wanneer de ontvanger in de voertuighouder is geschoven, verbinding maken met de accu-voeding van het voer- of vaarttuig, waarschijnlijk ook de externe antenne-aansluiting en verder twee aansluitingen voor een extern apparaat dat gestuurd kan worden bij een oproep het te activeren.
De semafoon kon dus ook buiten de auto gebruikt worden. Met het handvat kon het kastje prima meegenomen worden om een potje te vissen.
De achterkant. De twee grote schroeven houden het batterij-compartiment op zijn plaats.
Door ze los te draaien kan de houder er uit gehaald worden.
De houder, deze is geschikt voor vijf babycellen. Er schijnt ook een houder te bestaan voor tien kleinere batterijen.
Een houder met 10 batterijen.
Door de twee doppen uit de gaten te "pulken" krijgt men toegang tot twee schroeven waarbij de gehele kunststof lade uitgenomen kan worden.
Het resultaat hiervan ziet op bovenstaande foto.
Op de achterkant het type-plaatje en een soort "interlockschakelaar" die waarschijnlijk voorkomt dat onverlaten op de een of andere manier proberen het toestel te activeren.
Oeiiiiii, wat zien we daar??? Een verzegelde schroef. De inhoud van het toestel was zo geheim dat een verzegeling aangebracht was. Wanneer het zegel verbroken was werd de garantie waarschijnlijk direct beeindigd en de eigenaar levenslang oppgesloten.
Maar ja, toch nieuwsgierig wat er in zit. De garantie is waarschijnlijk toch al afgelopen en de straffen verjaard.
De bovenkant van het inwendige, op de achtergrond een deel van de voorpaneel-bedrading.
De rechter zijde met de telescoop-antenne en de bovenste twee bouwgroepen.
De linker kant.
Bovenaanzicht van de subchassis nr. NT07171/05 en NT07170/05.
Door enige schroefjes los te draaien kunnen de beide paneeltjes omhoog geklapt worden, uitermate servicevriendelijk. De antenne moet wel eerst verwijderd worden. Nu is ook te zien dat de boardjes aan beide kanten van componenten voorzien zijn, een waar ontwerp-wonder. Nu zijn ook de andere twee bouwgroepen in de bodemkant te zien.
NT07171/05 De zwarte bolletjes zijn de kopjes van de germanium-transistoren. Van het type OC47/ 1, een speciale geselecteerde uitvoering van de OC47.
De onderkant van board No. NT07171/05
NT07170/05., bijna identiek aan de NT07171/05, maar niet echt!!
En dit is de onderkant van no. NT071701/05. Het ziet er allemaal nog erg nieuw uit. En alles met de hand gemomteerd, dat heeft wat gekost!
De opengeklapte onderkant.
De bovenkant van board No. 07172/04
Het is nog niet duidelijk waar deze doosjes voor zijn. Waarschijnlijk filters van de tweede middenfrequentie??? Dubbelsuper ??.
Een blik op de componenten, de transistoren OC47/1 en OA5 diodes.
De onderkant van board No. 07172/04
De bovenkant van board No. 07173/04 Rechts boven in de VHF-ingangstrap met links daarvan waarschijnlijk twee HF-versterkertrappen, dan de mixer die het geheel naar 5,2 MHz mengt en dan door vier MF-trafo's gaat. Wat er in het NT-083 73/01 zit, weet alleen Philips. Boven nog twee kristallen, de meest linkse 1455 kHz en de rechtse 40,975 MHz, bij deze staat ook nog 87.150 op, dat is waarschijnlijk de werkfrequentie van de semafoon.
De onderkant van board No. 07173/04
De transistoren van het type OC171, dure jongens in die tijd, wel geschikt voor VHF. Door radioamateurs werden die , toen ze wat goedkoper werden, vaak gebruikt in 2-meter-vossenjagers.
't Ja, documentatie is voorlopig niet voorhanden. Mochten er mensen zijn die nog wat meer weten over dit wonder der techniek uit 1964, graag een mailtje naar pa3esy@veron.nl