Heel lang, maar dan echt heel lang geleden, toen mijn vader, mijn vader nog niet was, woonde hij in Rijssen. Hij werkte in Goor bij de Twentsche Stoombleekerij en ontmoette daar mijn moeder, ja inderdaad, die toen mijn moeder nog niet was. Zij woonde in Diepenheim.
Omdat de te overbruggen afstanden te groot voor de fiets waren, werden de meeste bezoeken op de motorfiets volbracht. Mijn vader heeft verschillende motoren gehad, waaronder sprekende merken als "CALTHORPE" en "INDIAN".
Mijn moeder zat dan achter op een soort "hoogzitje" en torende met haar hoofd boven mijn vader uit. Tegen de koude en in mindere mate voor de veiligheid droegen de motorrijders motorkappen, dus geen helm.
Zoals gebruikelijk heeft mijn moeder, die dit jaar ( 2008) 90 jaar wordt, ook deze attributen zorgvuldig bewaard en ik heb ze op de foto gezet. Menig oldtimer-bezitter zal het water in de mond lopen.
Als eerste de katoenen kap, deze was voor het zomerseizoen en werd ook in open limousines gedragen.
Het kapje dicht gevouwen.
Het oorstukje gelicht.
Deze was van mijn vader. Het was een leren exemplaar zonder aangebouwde bril. Die werd namelijk los gedragen, dat stond ook stoerder, je kon hem dan boven op de kap plaatsen.
Het binnenwerk was bekleed met een zachte, warme stof.
Met vliegerbril van een Engelse jachtvliegtuigpiloot uit de tweede wereldoorlog.
De zwart lederen kap van mijn moeder. Met modieuze bontjes afgezet en voorzien van een stofbril.
De opening voor de oren. Wilde je wat horen, dan moesten de klepjes omhoog gezet worden.