I-177 Dynamic Mutual Conductance Tube tester

Een uiterst handig instrument om je Amerikaanse buisjes door te meten. De buizentester is vervaardigd voor het Amerikaanse leger en is oorspronkelijk ontworpen tijdens de tweede wereldoorlog. Aangezien de nogal verschillende omgevingen waar de tester werd ingezet is ook deze buizentester behandeld: MFP, dat staat voor Moisture and Fungi Proof. Dit betekent dat de binnenkant is voorzien van een speciale coating, dat de tester vrijwaart voor vocht en schimmels en de typische geur veroorzaakt..
Deze buizentester is vooral geschikt voor Amerikaanse buizen van voor 1955.

Voor reparatie en kalibratie zie: Kalibratie.                     ( NB. door op de afbeeldingen te klikken verschijnen ze vergroot in een nieuw venster)

In deze metalen koffer is het apparaat opgeborgen.

Bij het openen van de deksel komt het bedieningspaneel te voorschijn. In de klep het bedieningsboekje. Verder is de voedingskabel opgerold opgeborgen.
Let wel op dat dit een 115 Volt apparaat is, eigenlijk ook 60 Hz. maar dat is waarschijnlijk niet zo kritisch.

Het exemplaar is van 1943 en in Philadelphia gebouwd, serienummer 4040. Er zijn waarschijnlijk vele duizenden testers gebouwd.

Het bedieningspaneel met vele buisvoeten en knoppen. Het is even wennen als een je een AVO-buizentester gewend bent. Het is echter ook wat eenvoudiger, een echte goed/fout tester met uitstekende mogelijkheid de gelijkheid van buizen te testen.

Het linker bovenpaneel met diverse buisvoeten, en de noise-test. Hiermee kun je door er een radio-ontvanger op aan te sluiten, luisteren of er vreemde geluiden uit de te testen buis komen door er zachtjes op te tikken.. Verder de kortsluiting-test-schakelaar met bijbehorende neon-lamp die oplicht wanneer het raak is. Natuurlijk een aan/uit-schakelaar en een zekering, dit is echter een 6 Volt auto-lamp van ?? watt. Door de linetest in te drukken kun je met de "Line adjustment" de netspanning precies instellen. (Midden van de meter). Ook een snoertje met een top-cap-aansluiting is aanwezig.

Aan de onderzijde zijn de schakelaars A, B en FIL . A is waarschijnlijk de keuze van de aansluitingen van de voet en B de voedingsspanning(??). FIL is de gloeispanning en de AMPL. TEST, de knop imdrukken om de steilheid van de buis te meten. Dus alleen voor versterkende buizen en geen gelijkrichters!!

De rechter bovenzijde. Nog een paar buisvoeten en rechts daar van H, K en L. Daar van weet ik nog niet van  waar ze voor dienen, misschien voor 7-pens buizen.. Helemaal rechts een voet voor Acorn-buizen. De rode afscherming is voor de top-aansluiting van de acorn-buis. Rechts verder de knoppen voor de gas-tests en de diode-test.

Links de bereiksinstelling voor de steilheid en de L is voor de instelling van de meter MICROMHOS en R is de instelling van de negatieve roosterspanning. De rectifier std. is de testknop voor gelijkrichtbuizen en er is nog een speciale voor de OZ4.


Het meetinstrument is een draaispoelmeter met een gevoeligheid van 150 micro-Ampère. Er zijn drie maximaal-waarden aangegeven, 3000, 6000 en 15000. Wanneer de meter bij de juiste stand van de schakelaar in het groene gebied blijft is de buis nog te gebruiken, dwz. de buis mag tot ongeveer de helft van zijn nominale steilheid nog gebruikt worden. Voor diodes zijn weer andere waardes geldend. In het midden van de schaal is ook het instelpunt van de linetest te zien.

Dit is de onderkant, in het midden de trafo en rechts de twee gelijkrichterbuizen, de 83 en de 5Y3GT. De schakeldekken zijn er nog vrij fris uit. De koolweerstanden dienen nog wel gecontroleerd te worden.

Een wat meer gedetailleerde blik op het geheel.

De andere kant met veel schakelaars die het overigens nog prima doen.

Het apparaat vanaf de zijkant gezien. Alles is oerdegelijk bedraad en de enige componenten die verlopen kunnen zijn een condensator, wat koolweerstanden en de buizen. Verder is er geen electronica, dus oerdegelijk en bijna foutloos als hij goed onderhouden wordt.

Op deze afbeelding is ook goed te zien hoe de drukschakelaars werken, soort relais-techniek.

De bedrading van af de andere kant. Ik vind de frontplaat wat aan de dunne kunt, vooral met al die grote gaten wordt hij er niet steviger op.

Het is niet te hopen dat de meerdeks-schakelaars het opgeven, dan is het leed niet te overzien.

Dit boekwerk zit in het deksel, TB 11 -2627-2 to ...... Hierbij wordt ook de socket adaptor kt MX-949/U genoemd. Die ontbreekt dus nog.

Dan het schema:

Het schema voor de reparateurs.

Het schema van de I-177-B Op dit schema is ook beter te zien hoe de beide schakelaars A en B werken

 

De reparatie en kalibratie.

Met de handleiding over de kalibratie in de hand de klus aangegaan. Na het plaatsen van twee 1N4007 diodes ipv. de 83 gelijkrichter was het eerste vreemde gedrag bij het inschakelen verdwenen. ( Meter stond naar het negatieve deel te klapperen.) Dat duidt op een onbalans tussen de beide diodes van de gelijkrichtbuis. Nu kan de echte kalibratie beginnen. Eerst de anodespanning gemeten en met de "Line adjust"-potmeter precies op 150 Volt gezet, daarbij bleek dat de test van de line-spanning niet klopt. Een weerstand van tussen de 14 en 18 Ohm niet helemaal juist. Deze overbrugd met 330 Ohm (deze waarde werd ook in het calibration-verhaal gebruikt) en het klopte weer helemaal. Toen eerst maar eens alle koolweerstanden gemeten en daar waren er een paar bij die nogal ver buiten de tolerantie zaten. Dus allemaal maar vervangen, behalve de weerstanden van de kortsluit-test. Die zijn niet zo kritisch. Toen verder met de meting van andere spanningen, de wisselspanning op het signaal-rooster. Die moet zonder een knop in te drukken 5,00 Volt AC zijn en dat klopte ( moet 5, 0 Volt ±. 0,25 V.zijn) De gloeispanningen ook gemeten en die liggen ook allemaal binnen de toleranties, dat kan ook niet anders wanneer de ingangsspanning op de trafo juist is. De wikkelverhoudingen van de trafo slijten niet en volgens een specialist die ik ken, gaan trafo's nooit stuk als je ze juist gebruikt. Uitzonderingen bevestigen de regel, bij voorbeeld de voedingstrafo van de Van der Heem hoogspanningsvoeding. Maar die is waarschijnlijk uit een slechte partei gekomen.
Toen de schermroosterspanning, 142 Volt, dat is niet goed, dat moet 130 ± 2 Volt zijn, hoe moet je die goed krijgen? Eerst maar eens verder meten. De stuurrooster voorspanning, te regelen met potmeter R en te meten op de buisvoet D tussen 8 en 5. Daar stond helemaal geen gelijkspanning tussen. Direkt aan de arm van potmeter R gemeten, ook 0 Volt, toen maar eens op de bovenzijde van de potmeter, ook nul, iets aan de meetklem gedraaid omdat ik dacht dat die misschien geen goed contact maakte en waarempel ik trok de hele draad weg van de aansluiting. Oorzaak interne breuk in de draad en dat is moeilijk te zien. Dus de draad opnieuw gesoldeerd en zie daar, spanning. Exact op de aangegeven waarden.
Ook nog eens de schermroosterspanning gemeten en zelfs die is nu correct. De verdere tests gedeeltelijk uitgevoerd en tot de conclusie gekomen dat de tester weer als vanouds werkt.
Weer een nuttig meetinstrument aan de collectie toegevoegd..


Belangrijk: Bij het meten van een buis eerst alle instellingen goed zetten en vooral de juiste gloeispanning instellen en dan pas de buis plaatsen, bij het inschakelen van de tester staat namelijk, zonder dat je een testknop indrukt, de gloeispanning op de buis. Verder altijd voor het meten de Line adjust uitvoeren.

 

Een tekening en het schema van de socket adaptor kt MX-949/U .:

 

 

En hier nog enige documentatie in pdf-formaat.

De uitgebreide I-177 handleiding.

De calibratie van de I-177.

De TH-11-759 van onze vaderlandse krijgsmacht.

 

Flag Counter