Deze ontvanger is een deel uit het ILS ( Instrument Landing System) voor vliegtuigen. De radio ontvangt de van uit drie bakenzenders verticaal omhoog gezonden signalen van 400, 1300 en 3000 Hz op de draaggolffrequentie van 75 MHz. Wanneer het vliegtuig over een van de zenders vliegt krijgt de piloot een optische en/of akoestische melding. De 28 Volt boordspanning wordt voor de drie in serie geschakelde gloeidraden van de buizen gebruikt en dient tevens als anodespanning.
Onder aan de pagina een globale uitleg van het Instrument Landings System (ILS) waarbij deze ontvanger werd gebruikt.
Door op de afbeeldingen te klikken verkrijgt u een grotere afbeelding in een extra venster!
De ontvanger is gehuisvest in een klein aluminium kastje met afmetingen van 8,5 cm breedte, 13,5 cm hoogte en 13,5 cm diepte. Het geheel staat op een mounting-plaat met de bekende 4 gaten met schuifjes voor de bevestiging op de shock-mounting.
De indrukwekkende voorkant van de ontvanger. Intussen heb ik een signaalgenerator op 75 MHz ingesteld en het signaal toegevoerd aan de antenne-ingang. Met een AM signaal gemoduleerd van 1000 Hz en de ontvanger optimaal afgesteld met de Detector- en Antenne-trimmer. De HF-spanning bedroeg een paar milliVolt en bij een minimale modulatie-diepte van 30% klapte het relaiscontact dicht. Bij een grotere modulatiediepte kon ook nog met een kleiner ingangssignaal volstaan worden. Ik kan me echter voorstellen dat een niet al te forse zender bij de landingsbaan voldoende signaal kon produceren om het relais te activeren. Ik heb een 2000 Ohm hoofdtelefoon aangesloten waarbij de modulatietoon ook prima mee te nemen is. De relaisfunctie blijft gewoon in werking bij gebruik van de hoofdtelefoon. In vroegere Radio-bulletins werden bakensystemen voor vliegtuigen heel uitvoerig behandeld, eens kijken of dit systeem ook genoemd wordt....
Dit exemplaar is voor het Airministry van de Engelsen gebouwd, vandaar het Ref.Nr. 110D/1162 en de Arrow voor het gegeven dat het een rijkseigendom is.
Links boven de socket voor de LF-uitgang, wanneer geen telefoon aangesloten is vormen de contacten een verbinding van de katode van de schakelbuis naar de katodeweerstand. Bij het overvliegen van het grondbaken trekt het schakelrelais aan en kan via PL-108 de geactiveerde 28 Volt spanning gebruikt worden om een lampje te laten oplichten. Op PL-108 wordt tevens de voedingsspanning aangesloten. Midden onder, de antenne ingang die geflankeerd wordt door twee trimmers. Links de afstemming van de detectorspoel en rechts die van de antennespoel.
De rechter zijkant met links de ingangsbuis , een 6SH7. Rechts het relais, waarvan alleen het maakcontact gebruikt wordt.
De contact-afstand en de gevoeligheid zijn zeer nauwkeurig in te stellen. Dat zal wel een reden hebben, maar ja welke dan?
De achterkant met de twee bevestigingsgaten voor de kast.
De linker kant met de twee dubbeltrioden, de meest linkse, de schakelbuis is een 12SN7GT en de andere is een VT-229, die overeen komt met een 6SL7.
Alle gloeidraden trekken een stroom van 300 mA zodat ze eenvoudig in serie geschakeld kunnen worden en dan samen goed zijn voor de boordspanning van 28 Volt, welliswaar een paar Volt te veel, maar dat is hier niet zo kritisch.
Bovenaanzicht met de componentenopstelling, toch knap om nog drie buizen met een groot relais onder te brengen in zo'n klein kastje.
De onderkant. De waarden van de weerstanden zijn redelijk goed af te lezen. Bij de zwarte condensatoren ligt dat aanzienlijk moeilijker. De ronde bus is een LF-smoorspoel die er voor zorgt dat eventuele stoorspanningen van het boordnet niet op de anodes van de buizen komen.
Het zelfde, maar dan op de kop. Aan de hand van de bedrading heb ik het schema gemaakt, want dat is op internet nergens te vinden. Aangezien de weerstandwaarden wel erg hoog zijn, vroeg ik me af of in plaats van MegOhms kiloOhms bedoeld zijn. Maar na het meten van de waarden blijkt het toch om MOhms te gaan.
Het schema, de waarden van de condensatoren zijn niet vermeld. Ik heb geprobeerd om het schema te vergelijken met een wazig plaatje wat ik gevonden heb en denk dat het wel overeen komt.
Dit is het bewuste plaatje op ware grootte. De tekst is al helemaal niet te lezen en het schema ten dele.
De werking van dit systeem:
Outer Marker
Er zijn drie soorten markerbakens die kunnen worden geïnstalleerd als onderdeel van hun meest voorkomende toepassing - een instrumentlandingssysteem. ILS
De buitenste marker, die normaal de final-approach-fix (FAF) identificeert, bevindt zich op dezelfde koers/ track als de localizer en de startbaan-middenlijn, vier tot zeven nautische mijlen [2] vóór de startbaandrempel. Het staat meestal ongeveer 1 nm (1,85 km) van het punt waar het glijpad de tussenhoogte doorkruist en een 400 Hz-toonsignaal op een low power (3 watt) met een 75 MHz-draaggolfsignaal wordt verzonden. De antenne is zeer directioneel en wordt naar boven gericht. Het geldige signaalgebied is een 2.400 ft (730 m) × 4,200 ft (1,280 m) ellips (zoals gemeten 1000 ft (300 m) boven de antenne.) Wanneer het vliegtuig over de outer markerantenne vliegt, detecteert de markerbakenontvanger het signaal. Het systeem geeft de piloot een visueel (knipperend blauw buitenste markerlicht) en een auditieve met een frequentie van 400 Hz. (continue reeks 400 Hz. Morse-code-achtige 'streepjes').
Middle Marker.
Een middelste marker werkt op hetzelfde principe als een buitenste marker. Het is normaal gesproken 0,5 tot 0,8 nautische mijlen (1 km) geplaatst vóór de startbaandrempel. Wanneer het vliegtuig zich boven de middelste marker bevindt, begint het gele Middle Marker Light van de ontvanger te knipperen en een herhalend patroon van hoorbare morsecode-achtige dot-streepjes in een frequentie van 1.300 Hz zijn in de hoofdtelefoon te horen.
Inner Marker
Vergelijkbaar met de buiten- en middelste markeringen, een Inner Marker aan het begin (drempel) van de startbaan op sommige ILS-naderende systemen (meestal categorie II en III) met beslissingshoogten van minder dan 200 voet (60 m) AGL. Triggert een knipperend wit licht op dezelfde marker bakenontvanger die wordt gebruikt voor deOuter- en Middle markers; Ook een reeks audiotoon 'Dots' bij een frequentie van 3.000 Hz is hoorbaar.
De hoofdtelefoon uitgang, waar "Relay" op staat gaat waarschijnlijk naar een schakeling waarin zich toon gestuurde relais bevinden die de drie verschillende lampje aansturen.