De Aircraft Radio Installation, ARI.5874. Een samenstelling van meerdere componenten om vanuit een vliegtuig draadloos te communiceren met andere grondstations of vliegtuigen. Deze set stamt uit de jaren 50 en werd oa. in de Vulcan bommenwerper gebruikt. De installatie was de eigenlijke opvolger van de beroemde installatie T1154/R1155, maar dan aangepast aan de toen toegepaste technieken waarbij de apparatuur zo veel mogelijk weggestopt werd en de apparatuur bestuurd werd vanuit een bedieningskastje in het kantoor van de radio-operator. Dit had als voordeel dat vanuit één plek de hele zaak bediend kan worden en niet , zoals bij de oudere installaties aan de zender en ontvanger gedraaid moest worden.
Weer een apparaat uit de uitgebreide verzameling van Pieter Lamers.
Door op de afbeeldingen te klikken verkrijgt u een groter beeld in een apart venster.
Op bovenstaande foto het prototype van de AVRO Vulcan bommenwerper. AVRO was ook de ontwerper van oa. de Lancaster bommenwerper uit de tweede wereldoorlog.
De gehele radio-installatie kende vele varianten en één daarvan is de ARI.5874, die overigens ook weer in verschillende uitvoeringen in diverse vliegtuigen geinstalleerd werd.
De ARI-installatie 5847 totaal.
Op dit overzichtsplaatje de complete installatie. Het geel gemarkeerde deel wordt hieronder beschreven
Op deze afbeelding is te zien hoe de verschillende units met elkaar zijn verbonden.
De ARI-installatie 5847 totaal.
Op dit overzichtsplaatje de complete installatie. Het geel gemarkeerde deel wordt hieronder beschreven
De gehele installatie werd bediend met de "Remote Control Unit", type 4189 waarvan hier onder een beschrijving volgt.
Dit is dus de remote contol-unt.
Vooraanzicht van het ingenieuze kastje
De functies van de knopjes en uitlezingen.
S1, in het midden, hiermee wordt de kanaalkeuze gemaakt. Er zijn twee keer 12 kanalen. Met S1 worden de met letters benoemde kanalen gekozen, van A t/m M.
S2, Hiermee wordt een keuze gemaakt uit kanalenset 1 of 2. In totaal zijn er dus 24 kanalen beschikbaar. Deze worden voor de vliegoperatie ingesteld door het grondpersoneel en kunnen ergens in het gebied van 2,8 tot 18,1 MHz ingesteld worden.
S3. Een schaleaar met drie posities. OFF is uit. S/BY is de stand-by-stand. Hierbij wordt de ontvanger in werking gesteld en de gloeidraden van de buizen in de zender geactiveerd. In de stand TX kan er met de zernder gewerkt worden.
S4. Met deze 5-standen-schakelaar kan de seinmethode gekozen worden. R/T is radiotelefonie in AM, MCW is gemoduleerde CW, ook in AM, CW1 is normale CW bij een bepaalde MF-bandbreedte, CW2 , bij deze stand wordt de bandbreedte van de MF-versterker versmald en dan nog INT,INTERTUNE, .in deze stand kan de ontvanger op de exacte zendfrequentie ingesteld worden, een soort "Netting" dus, maar daar wordt de zender afgestemd op de ontvangst-frequentie.
Rv1, Fine-tuning, met deze instelling kan de ontvanger frequentie plus of min 7 kHz gevarieerd worden. Wel handig wanneer het tegenstation wat naast de afgesproken kanaal-frequentie zit.
Rv2, DIM, een dimmer voor de verlichting van de kanalennummers en letters.
Rv3, , RF-gain, met deze potmeter wordt de versterking van de ontvanger geregeld.
Lp1, hierachter is het schaalverlichtingslampje verborgen, met een munt kun je de dop er af schroeven en de lamp vervangen bij een defect.
LP2, een listig hulpmiddeltje, Het is een afstem-indicator die gedimd kan worden met een soort "iris". Het lampje licht op wanneer de afstemprocedure nog in werking is of wanneer de ontvanger in de stand INTERTUNE staat
. Het lampje brandt niet wanneer de zender op "Manual" is ingesteld.
M1, is geen S-meter, maar een soort antennestroom-meter met een schaal van 1-tot 5. Er is niet te zien welke antenne gebruikt wordt, het is puur een stroom-idicatie.
Allemaal heel handig dus, maar een paar zaken bleken toch wel nuttig te zijn, maar die echter niet in het control-kastje zitten. Om de zender op Low Power in te stellen was er een aparte schakelaar in de buurt van het control-kastje gemonteerd. Verder kan de Automatische versterkingsregeling van de ontvanger nog in- of uitgeschakeld worden. Maar hier voor moet je toch echt naar de ontvanger gaan om daar een schakelaar te bedienen.
De achterzijde van de unit met een veelpolige connector. Erg lastig om de bij behorende connectors te bemachtigen!!!
Aangezien met vergeten had om op de voorkant een type-aanduiding te maken werd deze met de hand op de onderkant van het kastje geschreven. De uiteindelijke benaming is dus T.4189, waarbij T toch eigenlijk alleen voor Transmitters gereserveerd is.
Het binnenwerk aan de rechter kant gezien. De bedrading is van een soort teflondraad dat je alleen met een heel goede tang kunt af-isoleren. Verder is dit materiaal voor eeuwig te gebruiken. Geen verbrokkeling van de isolatie van draden zoals bij oudere sets.
De achterzijde met de 25 polige plug.
De linker zijde.
De bovenzijde, met de tuningindicator. (Geen afstemoog !!).
Het schema van de control-unit.
De Junction Box type 4191 ontbreekt bij de verzameling, de rest komt nog aan de beurt.
Voor wat meer informatie over de werking van de control-unit, een pdf met de beschrijving:
Chapter 6, Control Unit (Remote) Type 4189 and Junction Box Type 4191.