De KG Zender/ontvanger RBM-1 USSR.

Weer een apparaat uit de modellenstal van Pieter Lamers, het houdt niet op ( gelukkig). Dit keer een zender/ontvanger uit de voormalige USSR. Het toesterl werd ontwikkeld in de vijftiger jaren.

Geschiedenis: Radio RBM, eerst RB (Radio, Base) genoemd, werd vóór de Tweede Wereldoorlog ontworpen, in 1938, in het onderzoekscentrum voor communicatie van het Rode Leger, door een speciale onderzoeksgroep onder leiding van kolonel Sosunov. Er bestond een speciale variant van RB, de RB-40 , die een laag gewicht had omdat hij in een aluminium kast was gemaakt. Deze werd vanaf eind 1939 geproduceerd voor spionnen en partizanen. Er werden bijna 1000 RB-40's gemaakt, maar toen werd de productie er van stopgezet omdat de luchtvaart-industrie aluminium nodig had. In 1942 werden er wat modificaties gedaan aan de radio, en RB werd RBM genoemd (Radio, Base, Modified). In 1943 werd met RBM de RBM-5 geproduceerd, die 5 watt vermogen heeft . Na WO-II werd een andere variant van RBM geproduceerd, genaamd RBM-1.Deze werd geproduceerd tot eind jaren 50. Sommige varianten van RBM-1 werden geproduceerd voor export. Het type dat hier onder besproken wordt is zo'n variant met, voor ons, te lezen lettertypes op het front.
Het frequentiebereik loopt van 1,5 t/m 5 MHz in twee bereiken. Van 1,5 tot 2,75 MHz ( Bereik I) en van 2,75 tot 5 MHz (Bereik II).
De zender heeft een output van ca. 1 Watt. In de stand "zenden" is de anodestroom ca. 35 mA. en de gloeistroom bedraagt ca, 1 Amp.
De gevoeligheid van de ontvanger is 10-μV in AM and 3-μV in CW, in de ontvangst-stand bedraagt de anodestroom ca.10-mA en de gloeistroom ca. 0.5-A.

Het gewicht van de radio bedraagt ca. 13,5 kg en de batterijkast weegt 14 kg.

Door op de afbeeldingen te klikken verkrijgt u een vergroting in een apart venster.

 

 

Het vooraanzicht van de radio met de twee bolle ogen die je aankijken.

Een afbeelding van het toestel met bijbehorende telefoonhoorn.

De installatie in gebruik in het veld met een staafantenne van 180 cm met een top-load (capaciteit) Links van de transceiver de voedingsunit die gevuld is met een gloeistroom-accu en anodebatterijen en 14 kg weegt.

Op bovenstaande afbeelding de set met toebehoren. Het geheel was verpakt in een transportkist.

Nogmaals de RBM-1, nu ook met seinsleutel .

Een mobiele eenheid uitgerust met de RBM-1, ze hadden de gewichten wel netjes verdeeld over twee personen. Nadeel was wel als de ene een ravijn in gleed, de ander noodgedwongen door de verbinding met de voedingsunit moest volgen.

Links boven, een indicatielamp die aangeeft of er antenne stroom loopt. Dan een knopje met daarnaast, indicator en calibrator. Onder het vergrootglas de afstemschaal van de zender.

De andere afstemschaal van de ontvanger. De witte porseleinen isolator is de antenne-aansluiting. Daaronder het typeplaatje met een moeilijk nummer en de benaming "RBM-1".

Links onder de aansluitplug voor de voeding en de bereikschakelaar. De grote knop dient voor de afstemming van de zender. Dan de aan/uit-knop met volume-regelaar met daar onder de hoofdtelefoonaansluiting.

De rechter onderzijde, met de afstemknop voor de ontvanger. De knop voor de anrtenneafstemming en de seinsleutel-entree.  Ook hier de bereikschakelaar voor de ontvanger met daarnaast de plug voor de tele-microfoon. Met het kromme ding (aan de linker kant ook aanwezig) naast de knop van de afstemming kun je de radio uit de kast halen. Makkelijker is het om het geheel op de kop tye zetten en de kast omhoog te trekken.

 

In het midden de antenne tuning met een zes-standen-schakelaar en een afstem-C. Typisch is wel dat alleen een antennestroom-indicatie ( gloeilamp) werd gebruikt. Meestal zie je nog wel een meterje voor de anode- en antennestroom.

Bovenaanzicht, links het zender-gedeelte en rechts de ontvanger. In het midden de tankspoel met de afstemcondensator van de zender-eindtrap.

Een detail van de anodekring en het antenne-relais (11). Links de afstem-C van de zender VFO en rechts de afstem-C van de ontvanger. Beide variable condensatoren stemmen aan beide kanten drie kringen af, zeker een lastig iets geweest voor de gelijkloop. Of je de zender met de ontvanger kunt netten is me niet bekend.

De ontvangerkant met drie MF-trafo's die in 1954 geproduceerd zijn. De buizen zien er uit als de gouden koepels op de daken van kerken op het Rode Plein in Moskou. Voor alle pentodes in de ontvanger wordt het tyype 2K2M gebruikt.  De mixer en oscillator is een heptode van het type CO-242.

De achterzijde met nog meer MF-trafo's (K-3-041-124), de linkse is waarschijnlijk de spoel voor de BFO. De rechter zijde is puur voor de zender.

 

De linker zijkant met de grote VFO-spoel van de zender en de oscillatorbuis.  Beide buizen zijn van het type CO-257.

De onderkant met kwalitatief goede bedrading, veel op Amerikaans lijkende condensatoren en waarschijnlijk dezelfde, slechte ontkoppel-condensatoren die ook in de westerse apparaten gebruikt werden.

Het ziet er verder wel degelijk uit, De kleine variabele C in het midden is afstemming van de antennekring van de ontvanger..

Nog wat details van de gebruikte componenten.

Het ziet er allemaal wel betrouwbaar uit.

De volumeregelaar met nog wat onderdelen.

De meest simpele opstelling met een 180 cm staafantenne.

 

Dit zijn wat antenne-varianten voor de twee bereiken.

 

Een opstelling met vertikale antenne van 10 meter en vier counterpoisedraden van 10 metyer, te verlengen tot 17 meter.

Dan nog deze variant, een dipool van twee keer 17 meter.

Dat kan dan ook nog als er een boom in de buurt staat. Waarschijnlijk is het richteffect richting pijl.

Dan nog het schema, onder de zender en de calibrator. De buis van de calibrator wordt tevens als modulatorbuis gebruikt, bij een Heising-modulatie-type. Boven de ontvanger met een HF-trap, de mengtrap en twee MF-buizen met drie MF-trafo's. De derde buis na de MF-versterker is de anode-detector die tevens als BFO fungeert, eigenlijk wel een slimme oplossing.

 

Flag Counter