Microfoon testapparaat

Niet direct een echt noodzakelijk meetapparaat, maar wel een ding wat erg handig is wanneer je beschikt over grote aantallen microfoons. Met microfoons worden hier echter wel de meer gedateerde exemplaren bedoeld, zoals koolmicrofoons uit de tweede wereldoorlog, maar ook dynamische spreekijzers uit die periode. en oude PTT-telefoonkapsels.

De voorzijde van het apparaat, links de aan/uitschakelaar met een lampje. Dan een plug voor de hoofdtelefoon. Vervolgens de volumeregelaar voor dynamische--microfoons, rechts daarvan de volumeregelaar voor de koolstoftypes. Het kleine knopje rechts is de instelling van de gelijkstroom door het koolmicrofoonkapsel.
De mA-meter met een bereik tot 50 mA geeft de ingestelde stroom aan.
De bovenste entree is voor de dynamische microfoons. Daar onder de entree voor kool-types en links daarvan de plug voor Amerikaanse microfoons, zoals de T-17.

De werking is vrij simpel, je zet het apparaat aan en sluit een hoogohmige hoofdtelefoon (hoeft niet echt hoogohmig te zijn, 600 Ohm voldoet ook uitstekend) aan en zet die op je hoofd, dan draai je de volumeregelaar voor de dynamische- of koolmicrofoons een eindje open en spreekt in de microfoon. Hierbij beoordeel je de kwaliteit en geluidssterkte. Ik kan daarbij geen waarden opgeven en het testen is meer gegeven door de opgedane ervaring met meerdere microfoons. Bij de oude dynamische gevallen wil de magneet nog wel eens zwakker worden en wordt de microfoon ongevoeliger. Je zou bij de potmeter wat streepjes kunnen tekenen die een acceptabel versterkingsniveau aangeven.

Bij de koolkapsels is het wat lastiger. Er zijn nogal wat ingangsschakelingen voor de koolbakken. Zie de tekeningen hieronder.

De aansluiting bij een GRC-9

Die van een BC191.

Of deze van een BC-604.

Wat opvalt is dat er steeds een totale weerstand van ongeveer 300 Ohm in serie staat met de microfoon. De voedingsspanning kan 6,3 of 12 Volt bedragen. Bijzonder kritisch schijnt het niet te zijn. Het instellen van de stroom moet ook uit ervaring met meerdere kapsels geleerd worden. Maar een goede of slechte microfoon is al heel snel vast te stellen. bij mij voldoet een stroom van ca. 10 mA prima.

Het principe schema is hier onder afgebeeld:

De schakeling bestaat uit een voeding van 250 Volt voor de anodespanning, 6,3 V. voor de gloeidraden en +12 V voor de voorspanning van de koolmicrofoons.
Klik op de afbeelding voor een groter exemplaar.

De dynamische-microfoon wordt eerst met V1A en V1B versterkt (ECC83) en dan toegevoerd aan de volumeregelaar voor V2A. V2A versterkt het geheel nog wat en is op een hoofdtelefoon prima te beluisteren.
Het signaal van de koolmicrofoon komt binnen via de plug of de entree, via de primaire wikkeling van T1 ( Een microfoontrafo uit een WS-19) wordt de stroom met de 500 Ohm potmeter geregeld en met de draaispoelmeter afgelezen en het signaal direkt aan het rooster van V2B toegevoerd. Het versterkte signaal gaat via een potmeter naar V2A.
Binnenkort zal ik eens wat ervaringswaarden opschrijven en ook de opgedane kennis van microfooneigenschappen weergeven.


De zijkant van het instrument.

De achterkant met een blik op de shunt-weerstanden op de mA-meter. De netspanning is zelfs afgezekerd, dat gebeurt niet bij al mijn zelfbouwsels.

De andere zijkant met een Amroh voedingstrafo en een Amerkaanse smoorspoel.

De onderkant, als gelijkrichter een selenium-cel en de 12 Volt voorziening .

Detail van de meter, de microfoontrafo van de WS-19.

 

 

Flag Counter