Philips zag ook wel brood in het soort radiobouwdozen dat de fa. Maxwell op de markt bracht. Zij kwamen echter in een tijd dat de radiobuis al werd verdrongen door de halfgeleiders. Dat had veel voordelen, je kon kleiner bouwen, het was ongevaarlijk met de lage spanningen en je had geen gloeistroom- en anodebatterij meer nodig.
Philips lanceerde de Pionier-reeks en het radiootje zag er in zijn simpelste vorm wel een beetje knullig uit. Kartonnen kastje en zo'n oordopje dat ook gedragen werd door dove mensen.
Arnold, PA1AK, schonk mij het fraaie binnenwerk van de ontvanger, de rest was bij stukjes en beetjes nog aanwezig.
Dat zag er toch minder fraai uit dan de stoere houten kast met aluminium frontplaat van Maxwell. Dit is de Pionier 1, een kristal-ontvanger.
Het kartonnen geval was ook nauwelijks recht te krijgen.
De rechter kant.\
Met natuurlijk ook een linker kant.
Aan de achterzijde was de entree voor de aarde- en antenneaansluiting toegankelijk.
Het voorblad van de handleiding. Dit was de moderne versie, er bestaat ook nog een voorganger met een bruin gekleurde "kast". Zie de prachtige site van HANS OTTEN.
De eerste versie van de Pionier I Junior.
Vooraanzicht, in het midden een soort symbolische stationsschaal.
De zijkant.
De achterkant met de aarde- en antenne-aansluiting.
De handleiding van de Junior Transistor-Radio PIONIER I
Het binnenwerk van de oude en nieuwe versie van de Pionier I is het zelfde. In de zijstukken van het chassis bestaan echter twee uitvoeringen,
Bij de oude uitvoering drie gaten van 10 mm. voor de volumeregelaar.
Bij de nieuwere versies zijn de drie gaten vervangen door een soort maanvormige opening, deze is ook geschikt voor potentiometers met een kleinere maat.
Het schema van dit geavanceerde instrument.
De stuklijst van de Pionier I.
Alles netjes op een lakentje uitgestald.
En zo ziet het binnenwerk er uit.
De ferrietstaaf met 3 x 16 windingen en de electronica.
In de bouwbeschrijving wordt ook de mogelijkheid aan gegeven de befaamde Philips PP11 spoel te gebruiken.
De PP11, wat wel vreemd is, er staat nergens op dat het een Philips product is en dat hij PP11 heet.
De aansluitingen.
Een gaatje om hem af te regelen.
De gegevens van de PP11 op de pagina van Hans Otten : PP11-gegevens
De OA79 als detector-diode en een weerstand van 680 kOhm, deze stond parallel over het kristal oortelefoontje.
De onderkant, een zeer betrouwbaar ontwerp, er kon geen batterij leegraken en er konden nauwelijks componenten stuk gaan want die zaten er bijna niet in.
Aan de onderkant de afstemcondensator van 500 pF met de schroefklemmetjes, die solderen overbodig maakten.
De entree voor antenne en aarde.
Ondanks het feit dat het niets voostelde, zijn er tegenwoordig overdag toch nog drie zenders (piraten) te ontvangen. Je krijgt er geen oorpijn van, maar het gaat.
De handleiding voor de bouw van de Pionier 1